vrijdag 9 maart 2012

Week 28

Deze week waren er vrij boeiende kringgesprekken. Hoeveel melk geeft een koe? Wat maken ze van die melk? Welke dieren leven er op de boerderij en geven deze ook melk? Waardoor we ondertussen met een 4-tal verschillende onderzoeken/werkstukken zitten. Het eerste werkstuk gaat over de koe en hoe ze melk geeft. We weten nu dat een koe 25 liter melk geeft en weten ook dat Mirte echt geen 10 bekers melk na elkaar kan drinken want dat zou 2 liter zijn. Hieruit is ook een gesprek ontstaan over de helft van 25 want een koe wordt 2 keer per dag gemolken. Nu zijn er getallen die wel en niet verdeeld kunnen worden in 2 gelijke groepen. Welke getallen dit zijn proberen we nog uit te zoeken. Voor de geheimen van het melken gaan we niet naar een melkveebedrijf maar zullen we volgende week naar de schapenboerderij van Jesse gaan om daar te kijken hoe schapen gemolken worden en kunnen we ook de 80 lammetjes zien die er ondertussen rondlopen. Een ander werkstuk dat uit één van de kringgesprekken ontstond was het duivenmelkers. Melken deze dan echt duiven? We zijn nog op zoek naar een duivenmelker die ons de geheimen van het duivenmelken uit de doeken kan doen. Geef een seintje als je iemand kent in de buurt van de school! Ondertussen zijn Harah, Zoë, Mirte, Marieke en Charlotte nog steeds op zoek waar alle dieren van de wereld wonen. We weten de 5 verschillende werelddelen en proberen hier nu ook verschillende dieren in onder te brengen. Donderdag gingen we naar het dierenasiel in Sint-Niklaas. Hierover komt nog een verslagje op onze blog maar we proberen eerst nog een boekje te maken over hetgeen we geleerd hebben. Charlotte had ook nog breinaalden mee nr. 10 maar onder die 10 stond mm. Wat is dat nu? De kinderen weten ondertussen dat mm voor millimeter staat en dat dat die kleine streepjes zijn op een lat. We zijn nog op zoek naar iets dat 1 mm groot is. Allemaal enorm boeiende materie dus.

Op het vlak van taal is er vooral verder gewerkt aan wat we vorige week zagen maar de kinderen van het 2de leerjaar hebben een tekstbespreking gedaan van de tekst van Elias. Het ging over een stier, een babystier en een papa stier. Dit hebben we toch even moeten vertalen in koe, kalf en stier. We gingen dan ook op zoek naar de namen van andere dieren zoals de schapen (ooi, lam, ram). In de tekst van Elias kwam ook de regel van open lettergrepen aan bod: vb. sla-ger, ik hoor de a lang maar ik schrijf hem kort. Daar zijn we dan ook nog verder op gaan oefenen. De kinderen van het 2de kregen ook een nieuw woordpakket mee naar huis. Dit mag thuis blijven liggen om te oefenen. In de klas hebben we hetzelfde woordpakket ook liggen. Voor de kinderen van het eerste kwam er een klastekst naar voor. We bespraken het belang van een titel en dat dit meestal aangeeft waarover een tekst zal gaan. De klastekst kan je in het tekstenmapje terugvinden. Daarin kwamen ooi, lam en ram terug aan bod en is er gekozen om de ‘sch’ en de ‘ooi’ verder te oefenen dus deze zitten nu ook in het klikklakboekje.

Bij rekenen zijn heel veel verschillende zaken naar voor gekomen en meestal worden deze door de hele klas geoefend:

·         Betalen met geld (na een kringgesprek van vorige week)

·         Inhoudsmaten (na het melkverhaal)

·         De millimeter (na de breinaalden van Charlotte)

·         Even en oneven getallen (na de verdeling van 25)

·         + en – tot 9 (1ste leerjaar)

·         + en – tot 99 (2de leerjaar)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten